Vandaag gaat de tocht naar Wijchen. We komen hier tweemaal doorheen. Tussendoor lopen we nog naar Balgoij en Niftrik. Plaatsen waar ik nog nooit van had gehoord. Na 10 kilometer wandelen doemt tussen Nijmegen en Wijchen de eerste blarenpost op. Ik loop erheen en sluit aan in een lange rij. Als ik aan de beurt ben, ga ik op een veldbed liggen en worden mijn blaren doorgeprikt en worden beide voeten ingetaped. Ik moet de voeten de rest van de week droog houden en mag de tape er niet afhalen. Met een klein uur vertraging ga ik het parcours weer op en vervolg ik mijn weg. Het loopt een stuk fijner na de behandeling.
Tussen Balgoij en Niftrik lopen we ineens langs een restaurant waar ik ooit eens tevergeefs naar een geocache had gezocht. Ik verbaas me erover dat we helemaal hier zijn beland. Maar ja, als je 50 kilometer loopt, dan kom je nog eens ergens.
Bij de tweede passage van Wijchen is het tijdstip laat genoeg voor iedereen om langs de kant te staan. Dat is te merken, want het is hier superdruk en gezellig. In de buurt van de militaire rustplaats neem ook ik mijn rust. Vervolgens loop ik de stad uit richting Beuningen. Het valt me op dat er al een poos geen controle meer is geweest, en ik informeer bij een medewandelaar naar het aantal controles. Wat blijkt? Ik heb in Wijchen een controle gemist! Ik versnel mijn tempo en neem voor om zo snel mogelijk uit te lopen, met de auto naar Wijchen te rijden om daar alsnog de missende knip te halen, om vervolgens weer naar de Wedren te rijden. Om dat binnen de tijd te kunnen doen, moet ik nu wel wat harder lopen. Een lichte paniek maakt zich over mij meester, totdat de volgende controle opdoemt. Ik leg het verhaal uit, en kan aannemelijk maken dat ik langs de controle ben geweest, omdat er geen kortere route is vanaf de laatste controle die ik wel heb en degene waar ik nu sta, dan de route langs de gemiste controle. Ik krijg twee knipjes en dolgelukkig vervolg ik op een wat lager tempo mijn weg naar Beuningen.
Als we weer in Nijmegen zijn, voel ik ineens de blaren weer, en kan ik bijna niet meer lopen. Met een slakkengang loop ik de laatste kilometers en na het ophalen van mijn derde startkaart, sluit ik aan bij de blarenpost op de Wedren. Het duurt anderhalf uur tot ik aan de beurt ben, maar het wachten is niet voor niets. De tape wordt van mijn voeten gehaald en de voeten worden opnieuw ingetaped. Uiteindelijk zal ik na deze behandeling geen last meer hebben van de blaren.
De helft zit erop, morgen Groesbeek en de Zevenheuvelenweg. Ik wist vooraf niet dat dit erbij zat, maar morgen lijkt een heuse bergetappe te gaan worden. Ik maak mijn borst vast nat.
|